De tijd staat even stil als je afscheid neemt van een dierbaar iemand. Je ziet een donkerbruine houten kist met 8 houten handvaten versiert met witte en rode bloemen. Onwennig sta je daar met de hele familie omheen. De medewerker van het crematorium weet precies wat hij moet doen en legt alles uit over wat er gebeuren gaat. Je kijkt hem aan met een soort van bewondering maar denkt bij jezelf: “Het is zijn werk, maar wat doet hij dat goed. Met een zakelijkheid bijna zonder emotie.”
De pastoor komt in zijn gewaad aangelopen vanaf het altaar naar achteren in de kerk. Hij heeft een draadloze microfoon in zijn handen en roept er woorden door die je na tien seconden weer vergeten bent. De zes lijkdragers pakken de kist vast na een korte instructie en dragen tante van een laag platformpje af, waarna de kist voor het altaar gerold wordt met de stoet familie tergend langzaam erachteraan, aanschouwd door verdere familie, vrienden en bekenden die al in de kerkbanken plaats hebben genomen. De kist komt tot stilstand vlak voor het altaar met de bovenkant gericht naar het kruisbeeld van de Here Jezus. De naaste familie neemt plaats in de banken aan de rechterkant van de kerk.
Het kerkkoor zingt een tragisch liedje en de pastoor murmelt daarna zijn eucharistie af. Veel woorden gaan langs je heen door het intens verdriet wat je voelt van alle kanten, met als tranentrekker het uitdelen van de rouwprentjes door de medewerker van het crematorium. Zoals dat altijd gaat.
We krijgen een zwart vlaggetje met een wit kruis aan het autoraam geklemd met de instructie dat we de lichten aan moeten doen en het raampje dicht moeten houden, zodat het vlaggetje niet wegwaait. In een begrafenisstoet rijden we met een stuk of tien auto’s achter de zilverkleurige lijkwagen aan. Geen enkele automobilist verbreekt de stoet tijdens de schijnbaar oneindige route naar het crematorium.
We worden ontvangen in het crematorium, dat tussen veel groen ligt en een serene uitstraling heeft, in ‘De gezinskamer’, waar een hoekbank staat, een speelhoekje voor kinderen en een kastje met koffie en te weinig koffiekopjes. Even later mag de naaste familie als eerste naar binnen in wat ik noem de rouwzaal. Tante Mia’s kist staat op een hoog rond houten plateau en haar foto van het rouwprentje prijkt daar links en rechts van op grote flatscreens. Klassieke muziek klinkt door het surround systeem en verdere familie, vrienden en bekenden vullen daarna de zaal met banken en stoelen in gebogen vorm. Na een korte en emotionele plechtigheid neemt iedereen afscheid van haar tijdens het hartverscheurende ‘Ave Maria’. De naaste familie blijft achter en vormt een kring om haar kist als laatste eerbetoon. Haar kinderen noemen nog een aantal levenswijsheden die zij altijd bezigde en namen daarna ook afscheid.
In de eetzaal krijgen we luxe broodjes, vlaai, koffie en thee. Eerst wat onwennig en velen nog met tranen in de ogen zitten we aan tafels en later wordt er uitvoerig gepraat over haar en de dingen des levens. Het was een mooie dienst.
We nemen afscheid van elkaar, stappen in de auto en rijden weg. De zon breekt voor het eerst die dag weer door de wolken.
Dag tante Mia.
De tijd stond even stil